Het leek er nooit meer van te komen toen Bergambacht vorig seizoen het kampioenschap in de vierde klasse aan Haastrecht moest laten. Maar in de nacompetitie richtte de formatie van trainer Jerry de Groot zich op en dwong via de achterdeur de langverlangde promotie naar de derde klasse af.

Lang om van dat succes te genieten heeft Bergambacht niet, want de derde klasse heeft zo ook zijn uitdagingen. “Heftig”, is de reactie van De Groot, nadat hij de versterkte degradatieregeling onder ogen heeft gehad. “De nummers veertien, dertien en twaalf degraderen rechtstreeks. De nummers negen, tien en elf spelen nacompetitie. Poeh.”

Het betekent dat De Groot en Bergambacht voor rechtstreekse handhaving bij de eerste acht moet eindigen. “In onze afdeling hebben we zes, zeven ploegen die zich, soms in bedekte termen, uitgesproken hebben om voor het kampioenschap te gaan. Je kan op je vingers natellen hoe zwaar het dan zal worden om achtste te worden.”

De Groot begon aan de competitie in de wetenschap dat Bergambacht een allesbehalve goede voorbereiding kende. Een voorbereiding die in het teken stond van veel blessures. De in Nieuwerkerk woonachtige De Groot wijt dat aan de nasleep van het vorige seizoen. “De competitie duurde vanwege de coronaonderbreking al lang en voor ons door de nacompetitie nog langer. Tussen finale en eerste training zat nog geen vijf weken. Pijntjes hebben daardoor niet lekker kunnen helen. Inmiddels zijn we voor het grootste deel van de blessures af.”

Een aderlating voor Bergambacht is dat topscorer Pieter Meijer nog geblesseerd is en dat Jelle Hordijk is afgehaakt vanwege weer een zware blessure. “Heel sneu voor Jelle. Ik kan me heel goed voorstellen dat hij heil zag in een nieuwe revalidatieperiode.”

Met het stoppen van een aantal vaste krachten heeft De Groot de nodige nieuwe spelers moeten inpassen. “Spelers van buitenaf komen er bij ons nauwelijks, dus zijn die jongens gekomen uit de groep die er vorig seizoen al net tegenaan zat en de jeugd.”

Voor De Groot zelf zal het grote succes dat hij met Bergambacht had altijd een zwart tintje hebben. Uitgerekend in de periode dat het er om ging, werd zijn vader zwaar ziek. “Ik heb in die periode alle steun van de club gehad en gevoeld. Het werd als vanzelfsprekend beschouwd dat ik bij mijn vader moest zijn. De andere leden van de staf hebben mijn afwezigheid geweldig opgevangen. In de nacompetitie, toen het heel slecht ging met mijn vader, heb ik de wedstrijd tegen Groeneweg in de halve finale niet op de bank gezeten. De finale tegen Overmaas was een paar dagen na het overlijden van mijn vader. De jongens wisten het niet dat ik zou komen, maar vooraf heb ik me in de kleedkamer gemeld. Dat was natuurlijk heel emotioneel en dat heeft het team misschien ook wel een boost gegeven. De finale wonnen we eigenlijk heel simpel van Overmaas. Voor mezelf was het allemaal zó dubbel: je hebt aan de ene kant enorm verdriet en aan de andere kant ben je superblij met de prestatie die we met Bergambacht hebben geleverd.”

 

Bron: Voetbal-Journaal